Je praat over alledaagse objecten aan de hand van foto’s.
2 uur
Color cards - everyday objects uit docAtlas
Maak een kring met stoelen. Zet 1 stoel minder dan het aantal deelnemers.
Leg de Color Cards op een tafeltje in de buurt van de kring.
Alle deelnemers gaan op een stoel zitten behalve 1 deelnemer.
Ga in het midden van de kring staan, samen met de deelnemer.
Laat een Color Card zien. Bijvoorbeeld met een fiets. Zeg : ‘Ik heb een fiets’.
Er is altijd 1 stoel te weinig, dus er is altijd 1 deelnemer die geen plaats heeft. Deze deelnemer gaat dan in het midden van de kring staan, neemt een nieuwe Color Card en roept: Ik heb …
Verdeel de deelnemers in groepjes van 2 of 3.
Neem zelf een Color Card zonder dat de deelnemers zien wat erop staat. Instructie: Jullie stellen vragen. Ik antwoord ja of nee. Als je weet wat het is dan mag het zeggen.
Help de deelnemers met suggesties als de vragen niet op gang komen:
Geef aan elk groepje een stapeltje Color Cards. Geef de instructie:
De deelnemers blijven in groepjes van 2 of 3. Leg de Color Cards uitgespreid op tafel.
Geef de instructie terwijl je het voordoet: 'Neem een Color Card. Kijk ernaar, zeg wat erop staat en denk na over jezelf. Zeg wat je denkt.'
Bijvoorbeeld
Elke deelnemer kiest een Color Card. Ze vertellen in hun groepje over zichzelf/ hun leven op basis van het voorwerp op de Color Card door te associëren.
Stimuleer interactie tussen de deelnemers.
Vinden de deelnemers het moeilijk om te associëren?
www.nederlandsoefenen.be/antwerpen/meedoen