Hoe zorg je ervoor dat het gesprek niet stilvalt? Hoe maak je conversatie met beginners?
Hoe zorg je ervoor dat je zelf niet teveel aan het woord bent?
Welke vragen kan je stellen, buiten steeds dezelfde kennismakingsvragen?
De tips zijn bruikbaar voor zowel conversatiegroepen als voor duo's.
Zorg ervoor dat je de deelnemer(s) persoonlijk verwelkomt de eerste keer.
Vraag 'Wat is jouw naam?' en stel een paar korte vragen. Toon interesse en stel persoonlijke vragen.
Bijvoorbeeld
Onthoud de informatie en ga er volgende keer verder op in. Zo krijg je het gevoel dat je een band opbouwt.
Bijvoorbeeld
Mensen die pas Nederlands leren, hebben nog niet veel woordenschat. Ze kunnen enkel korte antwoorden geven. Het aantal gespreksonderwerpen is beperkt.
Stel vragen
Het is aan jou om vragen te stellen om het gesprek vlot te laten lopen. Als je gesprekspartner de vraag te moeilijk vindt, kan je helpen door een eigen voorbeeld te geven.
Bijvoorbeeld
Ga verder in op thema’s uit een vorige gesprek
Zo sluit je zeker aan bij de interesse van je gesprekspartner. Je toont ook dat je de vorige keer goed hebt geluisterd. Dat geeft de ander een goed gevoel en nodigt uit om nog meer te vertellen.
Bijvoorbeeld
Vorige keer vertelde iemand dat ze niet goed slaapt omdat de hond van de buren altijd blaft.
Vraag de volgende week: Maakt de hond van de buren nog altijd veel lawaai?
Durf je eigen gespreksonderwerp los te laten
Gaat het gesprek een andere richting uit omdat je gesprekspartner een zijsprong maakt? Dat is helemaal niet erg. Laat jouw onderwerp los en ga mee in het nieuwe thema.
Bijvoorbeeld
Spring niet te snel naar een nieuw thema, maar ga zoveel mogelijk verder op huidige onderwerp.
Weersta aan de verleiding om snel veel onderwerpen aan te snijden. Zo raak je snel uitgepraat… Ga steeds verder op de antwoorden die je krijgt en verruim door extra vragen.
Bijvoorbeeld
Je gesprekspartner vraagt: Heb jij een hond?
Verklaar nieuwe woorden
In een groep: Wie kan helpen? Wie kan uitleggen wat ... is?
Leg zelf de betekenis uit.
Probeer het woord daarna nog een paar keer te gebruiken in verschillende zinnen. Je onthoudt een nieuw woord pas als je het 7 keer hebt horen gebruiken.
Als de deelnemers kunnen lezen en schrijven: Schrijf de woorden op bord. Laat ze zelf de woorden noteren.
Sommige vragen zijn heel moeilijk, zeker als het gaat om open vragen over thema’s die minder bekend zijn.
Deelnemers antwoorden vaak niet omdat ze hun antwoord niet verwoord krijgen.
Voor stille mensen helpt het om meerkeuzevragen te stellen.
Bijvoorbeeld bij een gesprek over een recept:
Ga in op de woorden die je wel begrijpt. Probeer zo te achterhalen waarover je gesprekspartner praat.
Bijvoorbeeld
Corrigeer niet rechtstreeks. Dan riskeer je dat mensen niet meer durven spreken.
Herhaal de zin in de correcte vorm.
Bijvoorbeeld
Je kan niet elke keer dezelfde kennismakingsvragen stellen. Andere thema’s en bijvragen:
Link terug naar de eigen cultuur. Die is bekend en veilig. Bovendien geeft het je de kans om inhoudelijke thema’s bespreekbaar te maken.
www.nederlandsoefenen.be/antwerpen/meedoen