Minimum 2 deelnemers spelen een kwartetspel. Ze benoemen en vragen de objecten die ze nodig hebben. Het doel is om zo snel mogelijk 4 kaarten van eenzelfde thema (= een kwartet) in handen te hebben en om zoveel mogelijk kwartetten te verzamelen.
Je toont foto’s van eten aan de deelnemers. Je brengt (nieuwe) woordenschat aan via foto’s op color cards of eigen materiaal. Je oefent met hen de nieuwe woorden in. Daarna geef je een opdracht zodat ze de woorden zelf gebruiken.
Vanaf
Vanaf
Vanaf
De deelnemers zingen Nederlandstalige liedjes en oefenen zo hun Nederlands. Samen met de deelnemers verken je de tekst van het lied. Samen zingen en praten over de inhoud van liedjes en wat zingen teweeg brengt, werkt verbindend tussen de deelnemers.
Een elfje is een gedicht dat bestaat uit 11 woorden. Je maakt samen kennis met een elfje en stapsgewijs maak je met de groep zelf elfjes.
Je maakt samen pannekoeken.
Je maakt samen soep. Je oefent in een eerste sessie de woorden en zinnen van het recept samen in. In een tweede sessie herhaal je de woorden en zinnen en maak je de soep.
Je maakt samen wafels. Je oefent in een eerste sessie de woorden en zinnen van het recept samen in. In een tweede sessie herhaal je de woorden en zinnen en maak je de wafels.
Je draait de memory-kaarten om en je benoemt het voorwerp. Je oefent woorden op een plezierige manier. Je kan dit ook gebruiken als energizer.
Je naait samen. Tijdens het naaien wordt er gezellig gebabbeld. Handwerk heeft als voordeel dat je mekaar niet hoeft aan te kijken, zo voelt niemand zich geviseerd.
De deelnemers naaien met de hand gevulde hartjes van restjes stof. De hartjes worden versierd met siersteken, knopen, lovertjes, kraaltjes, franjes.