Je toont twee foto’s waar op één foto iets is toegevoegd. Je brengt (nieuwe) woordenschat aan via foto’s op color cards of eigen materiaal. Je oefent met hen de nieuwe woorden in. Daarna geef je een opdracht zodat ze de woorden zelf gebruiken.
De deelnemers noemen woorden die bij dezelfde ‘verzamelnaam’ horen. Zo leren ze woorden die bij elkaar horen kennen en oefenen ze deze in.