Je bekijkt en bespreekt op NedBox samen TV-fragmenten en krantenartikels en maakt oefeningen.
Je kiest samen uit één van de volgende onderwerpen.
Je krijgt tips om met NedBox aan de slag te gaan.
De deelnemers leren termen van het internet. Ze praten over het gebruik van internet.
De deelnemers benoemen groenten en fruit en praten over de eigenschappen. Je speelt ‘wat is het?’ en domino.
Je oefent met de deelnemers een aantal alledaagse uitdrukkingen in op een bepaald ritme. Op een speelse manier leer je zo ook het ritme van de taal aanvoelen.
Je toont foto’s van opeenvolgende activiteiten aan de deelnemers. Je brengt (nieuwe) woordenschat aan via foto’s op color cards of eigen materiaal. Je oefent met hen de nieuwe woorden in. Daarna geef je een opdracht zodat ze de woorden zelf gebruiken.
Je toont foto’s waarop iets niet klopt. Je brengt (nieuwe) woordenschat aan via foto’s op color cards of eigen materiaal. Je oefent met hen de nieuwe woorden in. Daarna geef je een opdracht zodat ze de woorden zelf gebruiken.
Je toont twee foto’s waar op één foto iets is toegevoegd. Je brengt (nieuwe) woordenschat aan via foto’s op color cards of eigen materiaal. Je oefent met hen de nieuwe woorden in. Daarna geef je een opdracht zodat ze de woorden zelf gebruiken.