Deelnemers vertellen over wat ze graag doen en wat ze minder graag doen. Zo leer je de deelnemers beter kennen.
2 uur
Spreekkaarten uit Babbeldoos nr. 11 - Avansa
Introductie
Kies een gesprekskaart, toon de foto aan de groep en lees de tekst voor. Bijvoorbeeld : “Wat maakt jou blij?”
Vertel wat jou blij maakt. Bijvoorbeeld: “Ik word blij van wandelen in de natuur.”
Vraag aan een deelnemer of dat hem ook blij maakt. “Jij ook?” Voer een kort gesprek.
Doe hetzelfde met een tweede kaart.
Praat in kleine groepjes
Laat de deelnemers in kleine groepjes bij elkaar zitten, 3 à 4 deelnemers per groepje.
Verdeel de gesprekskaarten evenredig over de groepjes. Vraag de groepjes alle kaarten één voor één te bespreken:
Praat in grote groep
Nodig elk groepje uit om één kaart die een leuk gesprek opleverde, te bespreken in de grote groep:
Neem de kaarten die in de grote groep besproken werden eruit en schuif de rest van de stapeltjes door naar de volgende groepjes.
Let op
www.nederlandsoefenen.be/antwerpen/meedoen