Je toont foto’s van opeenvolgende activiteiten aan de deelnemers. Je brengt (nieuwe) woordenschat aan via foto’s op color cards of eigen materiaal. Je oefent met hen de nieuwe woorden in. Daarna geef je een opdracht zodat ze de woorden zelf gebruiken.
15 à 30 minuten. Je bepaalt dit zelf. Hoe meer foto’s je selecteert, hoe langer de oefening duurt.
ColorCards. Sequences
ColorCards. Everyday Life - Everyday Objects
Voor het aanbrengen van de woordenschat
Je zit met de groep in een kring of rond een tafel.
Stap 1
Je neemt 1 sequentie van 3, 4, 6 of 8 kaarten. Je legt de kaartjes in het midden op de tafel. De deelnemers komen rond de tafel staan.
Stap 2
De deelnemers reconstrueren samen het verhaal door de kaarten in de correcte volgorde te leggen. Je helpt hen daarbij door vragen te stellen.
Stap 3
Nu laat je de deelnemers zelf aan het woord. Je duidt nu een deelnemer aan die vertelt wat er gebeurt.
www.nederlandsoefenen.be/antwerpen/meedoen