Maak pannekoeken

Wat

Je maakt samen pannekoeken.

  • Je oefent in een eerste sessie de woorden en zinnen van het recept samen in.
  • In een tweede sessie herhaal je de woorden en zinnen en maak je de pannekoeken.

Duur

2 uur

Voor wie

Ook geschikt voor groepen met gemengd niveau - analfabete deelnemers

Materiaal

  • Druk een exemplaar van het fotorecept af per 2 deelnemers.
  • Knip het recept in stukken zodat je telkens een apart kaartje krijgt met een foto en een kaartje met een zin.
  • Voorzie keukenmateriaal en ingrediënten om het volledige recept per 3 à 4 te maken.
  • Zet het fotorecept klaar op je laptop en sluit aan op een beamer. Of print het uit op papier per deelnemer.
  • Zet de powerpoint met werkwoorden en woordenschat klaar. Voorzie ook een boekje per deelnemer.

Activiteit

Sessie 1 leer het recept kennen

Introductie

Leg het keukenmateriaal en de ingrediënten op tafel.
Benoem wat op tafel ligt.
Stel volgende vragen bij het keukenmateriaal:

  • Wat is dit?
  • Waarvoor gebruik je dit?
  • Wat doe je met een mes? Snijden. Ik snijd met een mes.
  • Wat doe je met een zeef? Ik zeef bloem.

Stel volgende vragen bij ingrediënten:

  • Wat is dit?
  • Ken je een recept met dit ingrediënt? Wat maak je klaar met dit ingrediënt?

Lees samen het fotorecept

Laat de deelnemers om de beurt een zin lezen. Ken je alle woorden? Laat de deelnemers moeilijke woorden aan elkaar uitleggen.
Laat zwakke lezers of niet lezers de ingrediënten en het materiaal op het fotorecept benoemen.

Speel met het fotorecept

Zet de deelnemers in kleine groepjes met telkens de stapel kaartjes van het verknipte fotorecept. Laat de deelnemers de kaartjes juist bij elkaar leggen. Ze krijgen elk een aparte rol:

  • Een deelnemer ordent de foto’s onder elkaar.
  • Een andere deelnemer leest te woorden / tekst voor.
  • Samen leggen ze de juiste foto’s en de juiste tekst bij elkaar.

Vertel het recept

Toon de foto’s en laat de groep het recept navertellen.
Zorg dat iedereen aan het woord is.

Gesprek 

Ter afronding doe je een groepsgesprek over pannenkoeken eten en maken.

  • Wie eet er pannenkoeken? Wanneer?
  • Voor wie maak je pannenkoeken?
  • Wat doe je op de pannenkoeken?
  • Hoeveel pannenkoeken kan je eten?
  • Heb je graag grote pannenkoeken? Of liever kleine?
  • Eet je graag zoete pannenkoeken? Of zoute?

Sessie 2 Kook samen

Herhaal keukenmateriaal, ingrediënten en fotorecept

Leg het keukenmateriaal en de ingrediënten op tafel.
Benoem wat op tafel ligt.
Stel volgende vragen bij het keukenmateriaal:

  • Wat is dit?
  • Waarvoor gebruik je dit?
  • Wat doe je met een mes? Snijden. Ik snijd met een mes.
  • Wat doe je met een zeef? ik zeef bloem.

Benoem de ingrediënten
Overloop samen het fotorecept op papier of op groot scherm.

Maak het beslag van de pannenkoeken

Maak groepjes van 3 à 4 personen.
Zet elke groepje aan een aparte tafel met voldoende materiaal en ingrediënten voor het volledige recept.
Voorzie per tafel een fotorecept of laat het recept op het grote scherm staan.

Bak de pannekoeken

Laat de deelnemers om de beurt 2 pannenkoeken bakken. Hou ze warm in een voorverwarmde schotel.
Ruim ondertussen samen de keuken op en dek de tafel. 

De pannenkoeken zijn klaar

Je eet gezellig samen en was daarna samen af.

Extra

Bekijk een aflevering op Nedbox over koken of eten.


www.nederlandsoefenen.be/antwerpen/meedoen