Je toont foto’s en luistert naar geluiden. Je brengt (nieuwe) woordenschat aan via foto’s op color cards of eigen materiaal en een CD met geluiden. Je oefent met hen de nieuwe woorden in. Daarna geef je een opdracht zodat ze de woorden zelf gebruiken.
CD-speler
Geluiden buitenshuis
ColorCards. Outdoor Sounds
Geluiden binnenshuis
ColorCards. Indoor Sounds
Je zit met de groep in een kring of rond een tafel.
Je brengt de (nieuwe) woordenschat in 3 stappen aan.
Stap 1
Je toont een 10-tal foto’s en je benoemt/beschrijft telkens de foto. Herhaal dit verschillende keren. Let op! Breng per uur niet meer dan een 10-tal nieuwe woorden aan.
Stap 2
Je legt de 10-tal foto’s die je getoond en benoemd/beschreven hebt in het midden op de tafel. Je benoemt/beschrijft een foto en je laat een deelnemer de foto aanwijzen. Herhaal dat verschillende keren om in te oefenen.
Stap 3
Nu laat je de deelnemers zelf aan het woord. Je toont een foto en duidt een deelnemer aan. Laat hem de foto benoemen/beschrijven door vragen te stellen. Herhaal dit verschillende keren om in te oefenen.
Je zet de CD-speler op. Na een 3-tal/5-tal/10-tal of meer geluiden zet je de CD-speler op pauze. De deelnemers gaan op zoek naar de juiste foto van dieren, objecten, hobby’s, situaties, … . Je kan de stappen verschillende keren herhalen.
Stap 1
Je legt de foto’s in het midden van de tafel. Of je verspreidt ze in de ruimte.
Stap 2
Je laat een 3-tal/5-tal/10-tal geluiden horen.
Stap 3
Je laat de deelnemers de verzamelde foto’s zien.
Stap 1
Je laat een geluid horen. Je beschrijft wat je doet of hoe je je voelt als je dat geluid hoort.
Stap 2
Je laat een geluid horen en duidt een deelnemer aan die zegt wat hij doet of hoe hij zich voelt als je dat geluid hoort. Je stelt hulpvragen.
www.nederlandsoefenen.be/antwerpen/meedoen