Geluid

Wat

Je toont foto’s en luistert naar geluiden. Je brengt (nieuwe) woordenschat aan via foto’s op color cards of eigen materiaal en een CD met geluiden. Je oefent met hen de nieuwe woorden in. Daarna geef je een opdracht zodat ze de woorden zelf gebruiken.

Voor wie

Materiaal

CD-speler

Geluiden buitenshuis
ColorCards. Outdoor Sounds

  • Dieren en vogels – bij, koe, schapen, varken, kat, hond, paard, haan, eend, papegaai
  • Buiten – gsm, autoalarm, verkeer, regen, drilboor, grasmaaier, geldautomaat, klokslagen, startende auto, golven
  • Plezier – raceauto, vuurwerk, tennis, joggen, publiek bij een wedstrijd, zwembad, paardrijden, speelplaats, skaten, applaus
  • Transport – helikopter, vrachtwagen die bergop gaat, auto, politiewagen, trein, vliegtuig, motorboot, motorfiets, fiets met bel

Geluiden binnenshuis
ColorCards. Indoor Sounds

  • Mensen – fluiten, zingen, niezen, snurken, lachen, wenen, geeuwen, hoesten, roepen, klappen
  • Dagelijkse geluiden – klok, wasmachine, telefoon, deurbel, waterkoker, koffieroeren, douche, toilet, appel eten, de trap afkomen
  • Bezig zijn – haardrogen, tanden poetsen, typen, drillen, frituren, stofzuigen, hameren, vegen, lopende kraan, groenten snijden
  • Plezier – computerspelletje, drinken uitgieten, piano, overdekt centrum, i-pod, gitaar, plonzen, ballon opblazen, met een autootje spelen, chips eten

Voorbereiding

  • Gebruik foto’s uit reclamefolders of magazines of ontleen de specifieke color cards bij docAtlas.
  • Selecteer op voorhand de foto’s die je wil gebruiken.

Activiteit

Je zit met de groep in een kring of rond een tafel.

Woordenschat

Je brengt de (nieuwe) woordenschat in 3 stappen aan.
Stap 1
Je toont een 10-tal foto’s en je benoemt/beschrijft telkens de foto. Herhaal dit verschillende keren. Let op! Breng per uur niet meer dan een 10-tal nieuwe woorden aan.

  • Dit is een koe. Hier zie je een persoon joggen.

Stap 2
Je legt de 10-tal foto’s die je getoond en benoemd/beschreven hebt in het midden op de tafel. Je benoemt/beschrijft een foto en je laat een deelnemer de foto aanwijzen. Herhaal dat verschillende keren om in te oefenen.

  • Op welke foto staat een koe? Op welke foto zie je een persoon joggen?

Stap 3
Nu laat je de deelnemers zelf aan het woord. Je toont een foto en duidt een deelnemer aan. Laat hem de foto benoemen/beschrijven door vragen te stellen. Herhaal dit verschillende keren om in te oefenen.

  • Wie zie je? Wat zie je? Wat doet hij of zij? Een koe. …

Luisteroefening 

Je zet de CD-speler op. Na een 3-tal/5-tal/10-tal of meer geluiden zet je de CD-speler op pauze. De deelnemers gaan op zoek naar de juiste foto van dieren, objecten, hobby’s, situaties, … . Je kan de stappen verschillende keren herhalen.

Stap 1
Je legt de foto’s in het midden van de tafel. Of je verspreidt ze in de ruimte.

Stap 2
Je laat een 3-tal/5-tal/10-tal geluiden horen.

  • Welke geluiden hebben jullie gehoord? Zoek samen de juiste foto’s.

Stap 3
Je laat de deelnemers de verzamelde foto’s zien.

  • Wat zie je? Welk dier zie je? Welke hobby zie je? Welk object zie je? …

Je oefent zinnetjes in 

Stap 1
Je laat een geluid horen. Je beschrijft wat je doet of hoe je je voelt als je dat geluid hoort.

  • Eenvoudige zinnen: ‘Ik hoor regen. Ik voel me relaxed.’ …
  • Complexe zin: ‘Als ik regen hoor, voel ik me relaxed.’ …

Stap 2
Je laat een geluid horen en duidt een deelnemer aan die zegt wat hij doet of hoe hij zich voelt als je dat geluid hoort. Je stelt hulpvragen.

  • Wat doe je als je dit geluid hoort?
  • Hoe voel je je als je dit geluid hoort?

 


www.nederlandsoefenen.be/antwerpen/meedoen