Je bespreekt samen voorwerpen in de omgeving. Je oefent de woordenschat en speelt dan het spelletje 'Ik zie ik zie wat jij niet ziet'. Dit spel kan je gemakkelijk spelen met een groep waarin het niveau van de deelnemers verschilt.
Stap 1
Bekijk een aantal voorwerpen in de ruimte waar je staat.
Vraag aan je deelnemers om zoveel mogelijk kenmerken op te noemen van de aangeduide voorwerpen.
Geef instructies en stel vragen. Pas je instructie of vraag aan aan het niveau van de deelnemer.
Ga zelf voor/achter/onder/links/rechts van de tafel staan en zeg
Geef dan de instructie
Laat de deelnemers dit vervolgens uitbeelden. De rest van de groep moet raden.
Tafel: zitten, eten,…
Help de deelnemers op weg om 'absurd' te denken.
Laat de deelnemer dit vervolgens uitbeelden. De rest van de groep moet raden.
Stap 2
Ga in een kring zitten of rond een tafel.
Beschrijf zelf een voorwerp dat je al hebt besproken. Gebruik het woord niet. De rest moet raden.
Laat daarna elke deelnemer om de beurt iets beschrijven. Gebruik het woord niet. De groep moet raden wat het is.
www.nederlandsoefenen.be/antwerpen/meedoen