Je toont foto’s van dagelijkse activiteiten aan de deelnemers. Je brengt (nieuwe) woordenschat aan via foto’s op color cards of eigen materiaal. Je oefent met hen de nieuwe woorden in. Daarna geef je een opdracht zodat ze de woorden zelf gebruiken.
15 à 30 minuten. Je bepaalt dit zelf. Hoe meer foto’s je selecteert, hoe langer de oefening duurt.
Vrije tijd
Pocket ColorCards for Adults. Leisure time
Dagelijkse activiteiten
Pocket ColorCards for Adults. Everyday Life
Beroepen
ColorCards. Occupations
Je zit met de groep in een kring of rond een tafel. Je brengt de (nieuwe) woordenschat in 3 stappen aan.
Stap 1
Je toont een 10-tal foto’s en je benoemt/beschrijft telkens de foto. Herhaal dit verschillende keren. Let op! Breng per uur niet meer dan een 10-tal nieuwe woorden aan.
Stap 2
Je legt de 10-tal foto’s die je getoond en benoemd/beschreven hebt in het midden op de tafel. Je benoemt/beschrijft een foto en je laat een deelnemer de foto aanwijzen. Herhaal dat verschillende keren om in te oefenen.
Stap 3
Nu laat je de deelnemers zelf aan het woord. Je toont een foto en duidt een deelnemer aan. Laat hem de foto benoemen/beschrijven door vragen te stellen. Herhaal dit verschillende keren om in te oefenen.
Je deelt de groep in in duo’s. Je geeft elk duo een aantal door elkaar geschudde kaarten (werk, huishoudelijke taken, dagdagelijkse activiteiten en vrijetijdsbesteding door elkaar). Je laat de duo’s de kaarten categoriseren.
Stap 1
Je zit met de groep in een kring of rond een tafel. Je voert in groep een conversatie over gender. Je legt de foto’s in het midden op de tafel.
Stap 2
Je toont een foto en duidt een deelnemer aan die een beschrijving geeft. Je stelt hulpvragen.
www.nederlandsoefenen.be/antwerpen/meedoen